Aan het einde van de wettelijke schuldsanering gaat de bewindvoerder het geld verdelen dat u gedurende de looptijd van de Wsnp gespaard heeft. Vaak is het gespaarde bedrag niet hoog genoeg om alle schulden volledig te betalen. Er blijft dan een aantal restvorderingen over.
De schone lei houdt in dat deze restvorderingen voor de schuldeisers niet meer opeisbaar zijn.
U mag erop afbetalen, maar dat hoeft niet. De schone lei heeft betrekking op alle schulden die onder de werking van de Wsnp vallen. Dit zijn alle schulden die bestonden op het moment van toepassing van de Wsnp. De enige uitzondering hierop zijn sommige studieschulden bij de Informatie Beheergroep (artikel 299a van de Faillissementswet) en vorderingen die voortvloeien uit een strafrechtelijke veroordeling bij het Centraal Justitieel Incasso Bureau ( artikel358 lid 4 van de Faillissementswet).
Meldt een schuldeiser, met een schuld ontstaan voor datum toepassing Wsnp, zich te laat aan bij de bewindvoerder, dan deelt hij in principe niet mee in het gespaarde geld. Zijn vordering valt echter wel onder de werking van de schone lei. Het bedrag kan daarmee niet meer op u worden verhaald.
Vaak ook tref je de vraag aan wanneer je een schone lei hebt en hoe het dan zit met de verplichtingen. Veel mensen gaan er (ten onrechte) van uit dat de schuldsanering en zijn verplichtingen stoppen op de datum dat de periode (3 tot 5 jaar) om is omdat de WSNP bewindvoerder een schone lei heeft geadviseerd aan de rechter commissaris.
U bent en blijft verplicht aan alle voorwaarden te voldoen, dus ook afdracht aan de boedel, tot het moment dat u anders te horen krijgt van de WSNP bewindvoerder of in het vonnis dat u van de rechtbank ontvangt.
Verder is het ook goed te weten dat de WSNP formeel niet eindigt als u een schone lei (brief) heeft ontvangen maar pas als er een (eventuele) slotuitdeling heeft plaatsgevonden en de WSNP bewindvoerder rekening en verantwoording heeft afgelegd aan de rechter commissaris.
